De informele organisatie is van de medewerkers. En die managen zij zelf!

De managementstatus van leidinggevenden gaat niet verder dan het aansturen van medewerkers in de formele organisatie. Dus doet management er slim aan de kracht van de formele organisatiedynamiek zo sterk mogelijk “aan te blazen”. En te voorkomen dat de medewerkers met hun informatie als een nat stukje zeep het informele circuit inschieten. En dat “aanblazen” is niet altijd even gemakkelijk.De praktijk leert dat informatie uit het (ondergrondse) informele circuit niet zo spontaan open en bloot bovengronds, in het formele overleg, op tafel wordt gelegd.

 Casus

Zo hoorde de voorzitter van de Raad van Bestuur tijdens een receptie, bij een glas wijn, dat er veel kritiek was op het functioneren van één van zijn directeuren. Informatie die hij voor het eerst hoorde en het betrof iets waarover hij zich zorgen maakte. Hij besprak zijn zorg in een spoedoverleg met de betrokken directeur. Deze ontkende en wees vooral naar het gedrag van de medewerkers.De voorzitter van de Raad van Bestuur liet het hier niet bij zitten en nodigde zichzelf uit in het eerstvolgende teamoverleg waar de betrokken directeur leiding aan gaf.Maar op het moment dat de voorzitter van de Raad van Bestuur het functioneren van de directeur en zijn zorgen bovengronds, in het formele teamoverleg, met de medewerkers aan de orde stelde, werd hij geconfronteerd met een collectief zwijgen!Wat in vertrouwen en veiligheid informeel wordt uitgewisseld, wordt wel tijdens borrels maar niet gemakkelijk formeel besproken. Het formele overleg werd door de medewerkers niet als veilig genoeg ervaren om op de vragen van de RvB voorzitter te reageren. Niemand durfde in het teamoverleg zijn/haar nek uit te steken.

De RvB voorzitter stond feitelijk voor een cruciaal moment: Hoe krijg ik de info uit het informele circuit nu toch bij mij in het formele circuit op tafel? Maar hij wuifde dit weg:

De RvB voorzitter constateerde vervolgens hardop in de vergadering: “Als jullie niets zeggen dan ga ik ervan uit dat de genoemde problemen niet bestaan!”

En dat was een misvatting. Natuurlijk bleven de aanwezige problemen wel bestaan…………..

 

Uit: Geheimen van de Managementboemerang