Drs. Harm J.E. Krol is een ervaren organisatieadviseur, interim bestuurder en coach. Hij studeerde geografie en planologie aan de VU. Als planoloog viel hem de onbalans op tussen stedenbouwkundige ontwerpen en de aandacht voor ruimtelijk gedrag van sociale groepen. Dat in 1979 de Oostenrijkse futuroloog professor Jungk voorspelde dat de Bijlmer binnen 10 jaar gesloopt zou worden, prikkelde zijn interesse. Jungk liet zien, dat door verbindend waar te nemen en het gedrag van sociale groepen daarbij te betrekken, er ook logisch over voorspellingen nagedacht kon worden (voorspellingen die in de Bijlmer later grotendeels uitgekomen zijn). De invloed van het “menselijke” gedrag was in de 80 er jaren leading voor zijn overstap naar het organisatieadvies werk. Gedurende zijn samenwerking met wijlen professor Arend Hulshof leerde hij de finesses van informele organisaties. Hans Mak en Joop Swieringa inspireerden hem in het verbindend waarnemen in lerende organisaties. En de boeken van professor Manfred Kets de Vries (econoom en psychotherapeut) gaven voeding aan inzicht in de harde en zachte kanten van organisaties. Geïnspireerd door de visies van o.a. Mathieu Weggeman, Paul de Blot, Salem Samhoud/ Jeroen Geelhoed, Deepack Chopra en Paul Smit ontwikkelde hij de afgelopen jaren de metafoor van de managementboemerang. Als interim bestuurder kon hij dit gedachtegoed in de praktijk toepassen en bijschaven.

Uitgebreide ervaring. Deskundige expertise.

Wij hebben ruime ervaring met organisatieadvies, coaching, interim-management en training van leidinggevenden.
Ervaring gebaseerd op ruim 350 organisaties in meerdere sectoren:
Intra- en extramurale zorg; Primair, voortgezet en academisch onderwijs; rijks, provinciale en gemeentelijke overheidsinstellingen en bedrijfsleven.

Onze kracht: visie op vitale organisaties!

Onze kracht is dat wij niet alleen deskundig zijn met de ins- en outs van alleen de formele kanten van de organisatie. Onze deskundigheid is ook verbonden met de kennis van:

  • De informele organisatie.
  • De harde en zachte kanten van de organisatie.
  • De bovengrondse en ondergrondse dynamieken.
  • Gedrag van leiding en medewerkers.

En de positieve en negatieve energiestromen die aan een organisatie kleur geven.